'We hebben bewezen dat het kan; samenwerken met 15 gemeenten en andere overheden zonder bureaucratie. We hebben concrete stappen gezet in de strijd tegen wateroverlast én droogte. Er ligt een gedegen basis om door te pakken en dat is nodig ook.’
Met tegenzin legt Paul Sanders de voorzittershamer van Waterpanel Noord neer. Omdat zijn wethouderschap bij de gemeente Peel en Maas eindigt, heeft hij echter geen keus.
‘Wethouders vormen het bestuur van Waterpanel Noord. Helaas is er in mijn gemeente een coalitie gevormd zonder mijn partij, de VVD, en dan houdt het op. Jammer, want ik heb iets met water. Met deze club ook. We hebben zoveel mooie projecten neergezet, veel bereikt. En er liggen nog zoveel uitdagingen. De komende jaren moeten we echt alles doen om ervoor te zorgen dat er water uit de kraan blijft komen. Tegelijk moeten we ons wapenen tegen de enorme stortbuien, de droogte en hittestress door klimaatverandering. Ik had graag de komende jaren mijn bijdrage geleverd. Anderzijds, ik heb alle vertrouwen in mijn opvolgers. Waterpanel Noord staat als een huis, we hebben iets bijzonders neergezet. Dat verandert niet met nieuwe bestuurders.’
Samenwerken
Waterpanel Noord bestaat uit vijftien Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, het Waterschap, WML, WBL en de Provincie Limburg. Wat is er bijzonder aan dit bestuursorgaan? ‘Allereerst beseften we in 2012 al heel goed dat de aanpak van verdroging en het beheersen van de gevolgen van extreme neerslag een kwestie van samenwerking is. Waterpanel Noord was het eerste formele samenwerkingsverband in Nederland met daarin alle relevante partijen. Vervolgens hebben we heel duidelijk gekozen voor de inhoud. We wilden absoluut niet het zoveelste vergaderorgaan zijn, maar uitdrukkelijk gemeenten ondersteunen bij het ontwikkelen van plannen en de uitvoering daarvan. Een coördinerende rol vervullen en vooral samenwerken. Deskundigheid en kennis zit bij de ambtenaren en de specialisten van de andere overheden zoals waterschap Limburg en waterleidingmaatschappij Limburg. Zij weten waar de knelpunten zitten, waar iets moet gebeuren. Uitgangspunt was en is het bundelen van al die kennis en kunde.’
Gunnen
En zorgen dat niet elke gemeente het wiel uitvindt? ‘Precies. De problematiek is vaak dezelfde. Neem bijvoorbeeld de slijtage van rioolbuizen. Een van onze eerste gezamenlijke projecten was een onderzoek naar het relinen, het opnieuw bekleden van een rioolbuis aan de binnenkant. Met een robot, zonder de straat te hoeven opbreken. Een succes, zo bleek. Veel lagere kosten, veel minder overlast. Een procedé dat nu overal waar mogelijk wordt toegepast. Alle gemeenten hebben betaald voor het onderzoek, ook de gemeenten die niet direct konden profiteren. Dat is samenwerking: elkaar iets gunnen en niet enkel naar de eigen gemeente kijken. Zo vanzelfsprekend is dat niet. Zeker politici kijken vooral op de korte termijn en dan het liefst naar de eigen gemeente. Het is ons gelukt om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen en echt samen te werken.’
Lokaal niveau
Wateroverlast door stortbuien, extreme droogte, hittestress. We zijn er de laatste jaren regelmatig mee geconfronteerd. Zijn dat geen problemen die een Rijksoverheid, Waterschap en Provincie moet oplossen. ‘Ja en nee’, zegt Paul Sanders. ‘Natuurlijk staan deze organisaties niet alleen aan de lat om de kosten te dragen voor bijvoorbeeld de aanleg van dijken, nieuwe rioolsystemen of grootschalige waterbassins om het regenwater vast te houden. Ook gemeenten spelen een grote rol in de aanpak van deze problemen. Zij weten wat er speelt op lokaal niveau, het is goed als ze mee beslissen en plannen ontwikkelen. Zo hebben we als eerste in Nederland een klimaatatlas samengesteld van onze regio waarin precies te zien is wat er speelt, waar hittestress voorkomt, waar overstromingen ontstaan. Met die atlas als leidraad kun je heel gericht acties ondernemen. Daarnaast zijn ook inspanningen op kleiner niveau belangrijk. We kunnen allemaal ons steentje bijdragen. Met onze campagnes Waterklaar hebben we ons gericht op de inwoners en bedrijven.’
Waterklaar
Succesvolle campagnes die duizenden huishoudens en ondernemers inspireerde om met een subsidie als stimulans de regenafvoer los te koppelen van het riool. ‘Regenwater moet naar de natuur, naar de tuinen, beken en sloten. Goed voor het groen, goed tegen de hitte en goed voor de grondwaterstand. Het lijken letterlijk druppels op een gloeiende plaat, maar samen maken we wel degelijk een verschil. De campagne is inmiddels overgenomen door de andere regio’s in Limburg en zelfs in andere provincies. Daar mogen we best trots op zijn.’
Verschil
Vorig jaar zomer presenteerde Waterpanel Noord een zogenoemde Uitvoeringsagenda Klimaatadaptie voor de komende vijf jaar. Een agenda met een groot aantal speerpunten en concrete plannen. En beloond met een rijkssubsidie van € 7,4 miljoen. ‘Bepaald niet vrijblijvend dus en ook wel iets van waardering uit Den Haag waar we in Limburg niet vaak veel van horen. We kunnen er de nodige projecten mee financieren en vooral ook weer de burgers betrekken bij de plannen. Groen aanplanten, tuintegels vervangen door gras, vijvertjes aanleggen, regenpijpen afkoppelen, zuinig zijn met water; het is aan ons allemaal om het verschil te maken.’
Spannend
Paul Sanders, werktuigbouwkundige met een MBA-master, heeft nog geen beslissing genomen over zijn verdere loopbaan. Eerst maar eens wat meer tijd besteden aan het gezin met twee jonge kinderen. De ontwikkelingen van Waterpanel Noord blijft hij zeker volgen. ‘Absoluut. Het worden spannende jaren. Klimaatverandering heeft grote gevolgen. Ik ben benieuwd of we over vijf jaar nog ons zwembadje in de tuin kunnen vullen. Ik denk dat we als de bliksem bassins moeten aanleggen en een systeem bedenken waarmee we in droge tijden water uit de Maas kunnen halen. Een soort Deltaplan voor Limburg. Mijn opvolgers gaan het druk krijgen. Ik wens hen alle succes.’